Ga naar de inhoud van deze pagina.
Begroting 2025 Vaststelling college

Gemeentefinanciering

Beleidsvoornemens

Het primaire doel van de gemeentelijke treasuryfunctie is het beschermen van het gemeentelijk vermogen en de (rente-)resultaten tegen ongewenste financiële risico's, zoals rente-, koers-, krediet- en liquiditeitsrisico's. De verdere uitwerking in beleidskaders en richtlijnen is vastgelegd in het treasurystatuut van de gemeente Eemsdelta d.d. 4 januari 2021. Hierin staat dat de gemeente leningen of garanties voor de "publieke taak" alleen mag verstrekken aan derde partijen die door de gemeenteraad zijn goedgekeurd. Bovendien is het gebruik van derivaten alleen toegestaan als ze prudent zijn en niet bedoeld voor het genereren van inkomsten door excessief risico te nemen. Nieuwe leningen of beleggingen worden ook afgestemd op de huidige financiële positie en de planning van de liquiditeiten.

Relatiebeheer

Alle betalingstransacties worden uitgevoerd door twee banken, namelijk de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) en de Rabobank. De transacties tussen de staat en de gemeente, evenals de betalingen aan derden, verlopen volledig via de BNG.

Schatkistbankieren

Volgens de Wet FIDO zijn gemeenten verplicht hun overtollige liquide middelen in de schatkist bij het Ministerie van Financiën te bewaren. 'Overtollig' betekent hier alle middelen die niet direct nodig zijn voor de publieke taak. Het is niet toegestaan om geld en vermogen bij externe banken te bewaren.

Het drempelbedrag hangt af van de financiële grootte van een decentrale overheid, gemeten aan de begrotingsomvang (dezelfde maatstaf als voor de kasgeldlimiet). Deze drempel is vastgesteld op 2% van het totale begrotingsbedrag. Voor Eemsdelta ligt deze drempel op € 5,9 miljoen, wat inhoudt dat dit bedrag buiten de schatkist gehouden mag worden.

Financiering

De financiering van gemeentelijke activiteiten steunt op het principe van integrale financiering. De totale financieringsbehoefte van een gemeente dient als maatstaf. Gezien de huidige renteontwikkelingen wordt de ruimte die de kasgeldlimiet biedt eerst volledig gebruikt om kortlopende leningen aan te gaan, onder andere voor de voorfinanciering van investeringen. Het tijdstip waarop kortlopende leningen worden omgezet in langlopende leningen is afhankelijk van de renteontwikkelingen op korte en lange termijn en de beschikbare ruimte binnen de kasgeldlimiet. De looptijd van de lening wordt vastgesteld op basis van de aard van de te financieren investeringen, de resterende looptijd van bestaande leningen en de rentepercentages die gelden voor verschillende looptijden van leningen. Bij het afsluiten van langlopende leningen wordt minimaal bij twee financiële instellingen een offerte aangevraagd.

Uit het overzicht blijkt dat we een afnemend financieringstekort verwachten. Van de lange termijn investeringen is ongeveer € 249 miljoen in 2028 gefinancierd met langdurig beschikbare middelen. Door liquiditeitstekorten op lange termijn zijn er reeds geldleningen gepland, waarbij de laatste lening uit 2019 dateert. Sindsdien is er niet meer geleend, mede dankzij de vooruit ontvangen middelen voor batch 1588, NCG, enzovoort, die in de komende jaren worden geïnvesteerd. Dit creëert ruimte om andere lopende uitgaven te dekken. Echter, er zal uiteindelijk een inhaalslag in financiering nodig zijn, gepland vanaf 2026. Vooral de verwachte middelen voor Nij Begun vanaf 2024 hebben het eerste moment van opname uitgesteld.

Het financieringstekort vertegenwoordigt het bedrag van nieuwe leningen die nodig zijn als andere balansposten zoals vaste activa, eigen vermogen en vreemd vermogen zich ontwikkelen volgens de begroting. De gemeente hanteert een totaalfinanciering, waarbij leningen worden aangetrokken of middelen worden gestald bij de schatkist, gebaseerd op de werkelijke totale liquiditeitsbehoefte. In de praktijk blijkt de werkelijke liquiditeitsbehoefte vaak lager dan het begrote financieringstekort. De wet FIDO stelt dat er niet eerder geleend mag worden dan noodzakelijk en dat de looptijd moet overeenkomen met de verwachte duur van de liquiditeitsbehoefte. Langlopende leningen worden pas afgesloten bij een structurele liquiditeitsbehoefte.

Verwachte verloop portefeuille vaste geldleningen

De onderstaande tabel toont de verwachte ontwikkeling van langlopende vaste leningen:

Zoals eerder vermeld, zullen er vanaf 2026 financieringen nodig zijn, gebaseerd op de huidige liquiditeitsprognose.

Schema rentetoerekening en rente omslagpercentage

Wij betalen rente voor de leningen die we aangaan bij externe partijen. Deze leningen worden hoofdzakelijk afgesloten om onze investeringen te financieren. Daarom wordt de rente toegerekend aan de verrichte investeringen. Het omslagpercentage is eveneens van toepassing op de rente die vergoed wordt voor reserves en voorzieningen. De genoemde omslagrente wordt berekend door de aan de taakvelden toe te rekenen rente te delen door de boekwaarde van de integraal gefinancierde vaste activa per 1 januari. De toegestane afwijking op deze berekening is maximaal 0,50%. De omslagrente voor het begrotingsjaar is vastgesteld op 0% omdat we in 2025 meer rente ontvangen van schatkistbankieren dan we betalen voor de afgesloten leningen. Dit is zichtbaar in de onderstaande tabel.

Op basis van de huidige liquiditeitsbegroting is het niet mogelijk om rente toe te rekenen voor 2026. Na dit jaar zal dit echter veranderen omdat het saldo van het schatkistbankieren afneemt en er onderhandse leningen vereist zullen zijn om de uitgaven te financieren.

Kasbeheer

De liquiditeitspositie dient zodanig te zijn dat verplichtingen stipt kunnen worden voldaan. De uitvoering van het betalingsverkeer is in handen van de NV Bank Nederlandse Gemeenten (BNG).

Renterisicobeheer

De FIDO-wet stelt een kasgeldlimiet en een renterisiconorm vast om de impact van (externe) rentewijzigingen op de financiële resultaten van de gemeente te minimaliseren. Hieronder wordt dit nader toegelicht.

Kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet dient als een grens voor kortlopende financiering, dat wil zeggen financiering met een looptijd van maximaal één jaar. Deze limiet wordt vastgesteld op een percentage (8,5%) van de totale jaarbegroting van de gemeente aan het begin van het jaar. In principe mag de kasgeldlimiet niet worden overschreden, conform de Wet FIDO.

De tabel toont aan dat er geen ruimte is binnen de kasgeldlimiet. De oorzaak hiervan zijn de aardbevingsmiddelen die als vooruitontvangen bedragen onder de vlottende passiva staan genoteerd. Wanneer deze middelen besteed zijn, zal de kasgeldruimte weer positief zijn. De gemeente zou langlopende leningen kunnen aangaan, maar deze zijn vanuit een liquiditeitsoogpunt niet noodzakelijk. Echter, dit houdt in dat we bij een (tijdelijk) tekort aan liquiditeit niet kunnen genieten van de lagere korte rente, wat doorgaans voordeliger is dan de lange rente, waardoor we meer kosten hebben.

Renterisiconorm

De renterisiconorm stelt dat de jaarlijkse verplichte aflossingen en renteherzieningen niet meer mogen uitmaken dan 20% van het totale begrotingsbedrag. Deze norm is alleen van toepassing op de eigen treasury-activiteiten. Het is een bedrag dat een percentage vormt van de totale begrotingsomvang aan het begin van het begrotingsjaar. In principe wordt de renterisiconorm niet overschreden, conform de Wet FIDO.

De tabel toont aan dat de gemeente vanaf 2025 niet boven de renterisiconorm zal uitkomen. Er wordt in totaal € 6,3 miljoen aan leningen afgelost in dat jaar. De gemeente Eemsdelta heeft geen renteherzieningen; alle leningen hebben een vaste rente voor de volledige looptijd. Met een renterisiconorm van € 59 miljoen in 2025, blijft er een marge van € 53 miljoen over.