Ga naar de inhoud van deze pagina.
Begroting 2025 Vaststelling college

A. Lokale heffingen

Gemeenten kennen vier inkomstenbronnen, dat zijn:

  • de uitkering uit het Gemeentefonds;
  • inkomensoverdrachten afkomstig van andere overheden;
  • lokale heffingen: gemeentelijke belastingen, leges, heffingen en retributies;
  • overige eigen middelen: opbrengsten uit verkopen (zoals bouwgrond) of inkomsten uit bezittingen (onroerende zaken).

De algemene uitkering uit het Gemeentefonds, subsidies en specifieke uitkeringen zijn niet te beïnvloeden, maar lokale heffingen wel. Lokale heffingen kunnen op basis van hoofdstuk XV van de Gemeentewet worden geheven. Bovendien zijn er heffingen die op grond van andere wetten dan de Gemeentewet kunnen worden geheven, zoals de afvalstoffenheffing (Wet Milieubeheer), omgevingsvergunningen (Omgevingswet) en leges voor een paspoort (Paspoortwet). Gemeentelijke heffingen zijn onder te verdelen in drie categorieën: belastingen, rechten en bestemmingsheffingen.



Belastingen

Rechten

Bestemmings-heffingen

Besteding

Algemene middelen

Specifieke lasten, verband houdend met individuele diensten

Specifieke lasten, verband houdend met collectieve voorzieningen

Opbrengst

Vrij

Maximaal kostendekkend

Maximaal kostendekkend

Soort

Forensenbelasting

Hondenbelasting

Onroerendezaakbelasting

Roerende ruimtebelasting

Parkeerbelasting

Precariobelasting

Reclamebelasting

Toeristenbelasting

Gebruiksrechten, zoals marktgelden

Genotsrechten, zoals leges

Vermakelijkheidsrechten

Afvalstoffenheffing

Baatbelasting

BIZ-bijdrage

Rioolheffing


Het behoort tot de autonome bevoegdheid en verantwoordelijkheid van de raad om het beleid omtrent lokale heffingen vast te stellen. Binnen de wettelijke kaders heeft de raad bepaalde vrijheden bij het vormgeven van een belastingverordening:

  • de keuze om een belasting, heffing of recht wel of niet te heffen;
  • de maatstaf voor de heffing;
  • het tarief en welke lasten hierin opgenomen worden;
  • mogelijke vrijstellingen.

Binnen deze vrijheid moet de raad rekening houden met de volgende algemene rechtsbeginselen:

  • verbod van willekeur;
  • gelijkheidsbeginsel;
  • profijtbeginsel;
  • rechtszekerheidsbeginsel;
  • stelselmatigheid;
  • maximale kostendekkendheid voor heffingen en rechten.