Ga naar de inhoud van deze pagina.
Begroting 2026 Begroting 2026

Thema 1: toekomstbestendige zorg en ondersteuning

In 2023 is het Interdepartementale beleidsonderzoek (IBO) ouderenzorg 'Niets doen is geen optie' uitgebracht. In dit document staat de toekomst van de ouderenzorg beschreven. Het aantal ouderen en kwetsbare ouderen in Nederland neemt de komende 2 decennia sterk toe. Dit leidt tot een enorme toename in de behoefte aan ouderenzorg. Dit heeft grote gevolgen voor onze samenleving en vraagt om ingrijpende keuzes.

Ook het Integraal Zorgakkoord (IZA) benadrukt dit: we gaan niet naar méér zorg, maar naar minder. Het is een kentering die zich op vele fronten in de samenleving voordoet en waaraan ook de zorg niet ontkomt: we moeten leren omgaan met schaarste. Het "weg organiseren" van zorg in collectieve regelingen behoort tot het verleden. Meer financiële middelen komen er niet, en meer ‘handen aan het bed’ al helemaal niet. En dus zijn we steeds meer zelf aan zet: als ouderen, als familie, als kinderen van, als mantelzorgers, als samenleving. De klassieke zorgreflex waarin het aanbod centraal staat (‘zo doen wij dat’), zal moeten plaatsmaken voor een beweging waarbij formele zorg samenvloeit met informele zorg en waarbij niet zozeer "zorg" leidend is, maar de vraag áchter de zorgvraag: waarmee bent u geholpen in uw leven? Deze vraag zal gelden voor alle kwetsbare groepen, denk daarbij naast ouderen ook aan inwoners met psychische kwetsbaarheden.

De transitie van een medisch naar een welzijnsmodel vraagt om een fundamenteel andere kijk op ouder worden, op wonen, op zorg, op technologie, en vooral op samenwerking. Binnen het stelsel, binnen zorginstellingen maar óók bij zorgmedewerkers, zal meer (experimenteer) ruimte moeten komen voor ‘hulp van buiten’. Onder andere van zorgzame gemeenschappen. Ook onze gemeente zal moeten inspelen op die keuzes en gevolgen daarvan. Eén van de opgaven is om onze inwoners in deze veranderingen mee te nemen en daarop te laten voorbereiden.

Eind 2025 verwachten we het landelijke onderzoekrapport over de houdbaarheid van de Wmo. Op basis van de verschillende onderzoeken krijgen gemeenten en het rijk een gezamenlijk beeld van de opgave in de Wmo 2015. Daardoor kunnen zij samen proactief sturen op de fundamentele vraagstukken voor de lange termijn. Het nieuwe kabinet zal in overleg met de VNG moeten besluiten welke beleidskeuzes nodig zijn om tot een houdbare en toekomstbestendige Wmo te komen.

Ook is en blijft bereikbaarheid van voorzieningen een vraagstuk in onze gemeente. Het gaat daarbij om het openbaar vervoer en om het beroep dat er wordt gedaan op geïndiceerd Wmo vervoer. Door de vergrijzing van de Wmo cliënten en de krapte in het personeelsbestand van de vervoerders is het voor vervoerders nog steeds lastig om mensen met een indicatie op de plaats van bestemming te krijgen. Bezuinigingen in het openbaar vervoer, waardoor bijvoorbeeld buslijnen opgeheven worden, kunnen meer druk op het Wmo vervoer leggen.

Tenslotte is er een relatie met het programma wonen. Vanuit de woonopgave is er een koppeling met het welzijnswerk en de inzet van zorg. Dat wordt verwerkt in een nog op te stellen woonzorgvisie waar deze relaties gelegd worden.

Met betrekking tot beschermd wonen wordt er in de begroting vanuit het programma Beschermd Wonen uitgegaan van een lichte stijging van het aantal cliënten die een aanvraag zal doen voor Beschermd Wonen. In combinatie met een afname (geen indexatie) van de uitkering vanuit het Rijk staan we als gemeenten per 2026 voor de uitdaging hoe we in balans blijven met betrekking tot de uitgaven voor Beschermd Wonen. Gezamenlijk met de andere gemeenten blijven we samenwerken om de transformatie van Beschermd Wonen naar Beschermd Thuis zo goed mogelijk vorm te geven en deze vorm van ondersteuning betaalbaar te houden voor de inwoners die deze vorm van ondersteuning echt nodig hebben.

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen?

Domein overstijgende zorg en ketensamenwerking versterken tussen medisch domein, welzijn en sociaal domein. Focus op dementie en eenzaamheid.

De gemeente heeft een faciliterende en inhoudelijke rol in de ketensamenwerkingen in de medische eerste lijn en sociale eerstelijn.

Het gaat hier om bijvoorbeeld Welzijn op Recept, waarin inwoners vanuit de medische eerstelijn worden doorverwezen naar een welzijnscoach. De welzijnscoach leidt, op basis van de positieve gezondheid, inwoners toe naar activiteiten of (praktische) hulp. Dit heeft een positief effect op somatische (onverklaarbare en terugkerende) klachten en verlaagd de druk op de eerstelijnszorg.

Daarnaast worden er vanuit zowel beleid als uitvoeringen netwerkbijeenkomsten georganiseerd. Dat kan zijn om beleidsmatig te verbinden (bijvoorbeeld het uitwerken van de woonzorgvisie, verbinding zorgverzekeringwet en Wmo, periodieke keten/themabijeenkomsten) of vanuit de inwoner (multidisciplinaire overleggen). Tenslotte werken we samen in het ketennetwerk dementie en financieren we Cadanz voor de coördinatie van ons lokale netwerk waarin deze samenwerking wordt geborgd. Binnen dit netwerk werken we toe naar een dementievriendelijke gemeente.

Ook hebben we een beleefhuis en slimotheek waarmee we, in samenwerking met zorgpartijen, laagdrempelig technische hulpmiddelen beschikbaar stellen aan onze inwoners.Gedurende het hele jaar organiseren we diverse activiteiten om mensen met elkaar te verbinden. In de week tegen de eenzaamheid (september) staan we bovendien, met alle leden van het pact tegen de eenzaamheid, nadrukkelijk stil bij dit thema. Hierdoor versterken we het ketennetwerk rondom de inwoner en vergroten we binnen dit netwerk de signalering van eenzaamheid. Gedurende het hele jaar organiseren we diverse activiteiten om mensen met elkaar te verbinden. In de week tegen de eenzaamheid (september)  staan we bovendien, met alle leden van het pact tegen de eenzaamheid, nadrukkelijk stil bij dit thema. Hierdoor versterken we het ketennetwerk rondom de inwoner en vergroten we binnen dit netwerk de signalering van eenzaamheid.