Ga naar de inhoud van deze pagina.
Begroting 2026 Begroting 2026

Inleiding

Appingedam, oktober 2025

Voor u ligt de Begroting 2026 van de gemeente Eemsdelta. In de begroting zijn de kaders uit de Kadernota 2026 verwerkt, zoals u heeft vastgesteld op 9 juli 2025. De wijzigingen ten opzichte van de Kadernota 2026 lichten we toe in de 'Uiteenzetting financiële positie'. Dit is onderdeel van de Financiële begroting.

Financieel perspectief/ Kadernota 2026

De voorliggende begroting 2026-2029 is sluitend voor de jaren 2026, 2027 en 2028. Voor 2029 is er sprake van een niet-sluitende begroting. Een sluitende begroting is een overzicht waarin de geschatte inkomsten en uitgaven aan elkaar gelijk zijn, of waar er zelfs nog wat geld overblijft. Bij een niet-sluitende begroting is het totaal aan geschatte uitgaven hoger dan het totaal aan geschatte inkomsten.

Het financieel perspectief van de Begroting 2026 is als volgt:

2026: € 4,9 miljoen voordelig

2027: € 6,7 miljoen voordelig

2028: € 0,5 miljoen voordelig

2029: € 1,5 miljoen nadelig

Structurele begrotingssaldo

Het structurele begrotingssaldo voor de jaren 2026-2029 ziet er als volgt uit:

Ontwikkeling financieel perspectief na Kadernota 2026

Hieronder staan op hoofdlijnen de wijzigingen van het financieel perspectief van 2026 tot en met 2029 vanaf de Kadernota 2026 tot aan de voorliggende begroting 2026-2029. In de 'Uiteenzetting financiële positie' geven we een uitgebreide analyse. In elk van de jaren is het financieel perspectief verbeterd ten opzichte van het financieel perspectief zoals gepresenteerd bij de Kadernota 2026. Een positief bedrag in onderstaande tabel betekent een financieel voordeel.

Septembercirculaire 2025

De septembercirculaire 2025 is verwerkt in de voorliggende Begroting 2026. In 2025 ontvangen we incidenteel €2,4 miljoen extra voor jeugdzorg voor compensatie van de tekorten op jeugdzorg in 2023 en 2024. Dit wordt verwerkt in de tweede tussenrapportage 2025.

Het accres pakt licht negatief uit de komende jaren. Daartegenover staat een voordeel voor middelen die we ontvangen voor Vitale regio’s, CDOKE, verbeteren en vereenvoudigen participatiewet, versterking omgevingsveiligheids-diensten en overheidsbrede dienstverlening. De lasten zijn in de begroting voor deze onderdelen verhoogd. Per saldo is daardoor het effect van de septembercirculaire 2025 voor het financieel perspectief € 34.700 voordeel in 2026 en loopt dit op naar een negatief effect van € 46.000 in 2029.

Jeugdzorg

De kosten voor de jeugdzorg nemen in 2025 ten opzichte van wat is gemeld in de eerste tussenrapportage 2025 (en de Kadernota 2026) verder toe met in totaal € 4,0 miljoen. Inclusief indexatie zal het budget voor de jeugdzorg in de begroting 2026 aanvullend met € 4,2 miljoen dienen te worden verhoogd. Dit bedrag komt dus bovenop het nadeel op de jeugdzorg dat in de Kadernota 2026 is gemeld.

Het tekort wordt veroorzaakt doordat het aantal unieke cliënten in Q1 en Q2 van 2025 hoger is dan in dezelfde periode van 2024. Daarnaast zien we een forse stijging in de indicatiewaarde. In zijn algemeenheid geldt dat het een stijging over de gehele linie betreft die niet gekoppeld is aan een specifiek product of verwijzer. Uitzondering hierop zijn de medisch specialist en jeugdarts. Beiden laten een forse stijging zien in de indicatiewaarde. Het heeft echter betrekking op relatief weinig kinderen (ca. 15) en betreft de inzet van dagbehandeling, een relatief duur product. Hierdoor is de financiële impact vrij groot en is het gecombineerde aandeel van beide verwijzers in 2025 naar schatting bijna € 1 miljoen meer dan in 2024. Daar komt bij dat we een stijging (€ 725.000) zien in de inzet van Niet Gecontracteerde Zorg met als verwijzer een Gecertificeerde Instelling. Uitgaande van een verzilvering van 80% (gelijk aan de afgelopen 2 jaar) is de schatting dat de kosten voor jeugdhulp in 2025 uitkomen op € 27,1 miljoen. Dit betekent een overschrijding van € 4 miljoen op de begroting 2025.

Sociale werkvoorziening en nieuw beschut

Per saldo is er sprake van een voordeel van € 1,3 miljoen op de loonkosten sociale werkvoorziening en nieuw beschut werk. Ten eerste is er een voordeel ontstaan op de loonkosten binnen de sociale werkvoorziening, doordat in de begroting voor 2025 is uitgegaan van een hoger aantal fte’s dan in hetzelfde jaar in loondienst waren. Daarnaast betreft de sociale werkvoorziening een doelgroep waarvoor geen nieuwe indicaties meer worden afgegeven, waardoor er geen instroom van nieuwe medewerkers plaatsvindt. Ten tweede is het voordeel op de loonkosten binnen de categorie Nieuw Beschut werk toe te schrijven aan het feit dat het gemiddeld uitbetaalde salaris tot en met september 2025 lager ligt dan de salariskosten waarmee gerekend is in de begroting voor datzelfde jaar. Deze beide afwijkingen verklaart het financiële voordeel binnen deze doelgroep.

Rijksbijdrage BUIG

De rijksbijdrage BUIG kan op basis van het voorlopig BUIG budget 2026 met € 835.000 worden verhoogd. In de Kadernota 2026 was de rijksbijdrage nog verlaagd met € 670.000 verlaagd op basis van het nader voorlopig BUIG budget 2025.

Rente Grondexploitaties

In het kader van de treasury is voor het opmaken van de Begroting gekeken naar de rentelasten voor investeringen. Op basis van de actualisatie is er sprake van een incidenteel voordeel ten opzichte van de Kadernota 2026 van afgerond € 200.000 in 2027 en 2028 en een klein voordeel in 2029.


Hiernaast hebben er nog enkele kleine aanpassingen in de begroting plaatsgevonden.


Hoogachtend,

Burgemeester en wethouders,



K. van der Wal B. Visser

Gemeentesecretaris Burgemeester