Algemeen
Nieuwe indeling paragraaf
Vanaf de begroting 2026 wordt de paragraaf over lokale heffingen in een vernieuwde vorm gepresenteerd. Deze nieuwe opzet is compacter, duidelijker en biedt een overzichtelijker inzicht in de lokale belastingen.
Tarieven
De tarieven zijn in deze fase nog niet volledig opgenomen, omdat ze nog niet definitief zijn vastgesteld. De exacte tarieven worden bij de vaststelling van de belastingverordeningen 2026 aan uw raad voorgelegd.
Kadernota 2026
In de Kadernota 2026 is vastgelegd dat de gemeentelijke belastingen en heffingen worden aangepast op basis van de prijsontwikkeling van het Bruto Binnenlands Product (BBP) zoals opgenomen in de Meicirculaire. Voor 2026 bedraagt deze BBP-index 2,70%.
Hiernaast wordt er rekening gehouden met het eerder genomen besluit over het bezuinigingspakket Eemsdelta in Balans ronde 2, op basis waarvan de opbrengst voor de OZB voor de jaren 2026 tot en met 2028 met 2,5% extra zal stijgen.
Tevens is in de Kadernota 2026 als uitgangspunt bepaald dat voor de berekening van het tarief voor de riool- en afvalstoffenbelasting uitgegaan wordt van een maximale kostendekkendheid van 100%. In de begroting 2026-2029 al rekening gehouden met de verwachte ontwikkeling van de kosten voor afvalinzameling en de riolering. Bij de bepaling van de tarieven wordt rekening gehouden met de beschikbare middelen in de egalisatievoorzieningen voor zowel riool als afval. Deze voorzieningen worden ingezet om ongewenste schommelingen in de tarieven te dempen en een geleidelijke ontwikkeling van de woonlasten mogelijk te maken.
Tot slot is op 1 januari 2024 de Omgevingswet in werking getreden. In dat kader is een nieuwe legesverordening vastgesteld, grotendeels gebaseerd op de modelverordening van de VNG. Voor de tariefstelling zijn, waar mogelijk, de maximale rijksnormen toegepast. De overige tarieven zijn geïndexeerd op basis van de BBP-ontwikkeling.