Ga naar de inhoud van deze pagina.
Jaarrekening 2024 Jaarrekening 2024

Beleid lokale heffingen

Algemeen

In de Kadernota 2024 is vastgesteld dat de gemeentelijke belastingen en heffingen worden aangepast aan de prijsontwikkelingen van het Bruto Binnenlands Product (BBP). Voor het jaar 2024 is de BBP-index vastgesteld op 3%* . Daarnaast is er bij de vaststelling van de Kadernota 2025 een besluit genomen om de onroerendezaakbelasting (OZB) tarieven in de jaren 2026 tot en met 2028 met een extra 2,50% te verhogen, als onderdeel van het bezuinigingspakket 'Eemsdelta in Balans ronde 2'.

Tevens is in de Kadernota 2024 bepaald dat voor de berekening van de rioolheffing en afvalstoffenheffing uitgegaan wordt van 100% kostendekkendheid.

Op 1 januari 2024 trad de Omgevingswet in werking. Daarbij is een nieuwe legesverordening vastgesteld, die grotendeels de modelverordening van de VNG volgt. In juli 2024 is een kleine aanpassing in deze verordening (artikelen 2.5 en 2.6) doorgevoerd. Voor de tariefstelling hebben we, waar mogelijk, de maximale tarieven van het Rijk toegepast. De resterende tarieven zijn aangepast aan de BBP-index.

Toerekening van kosten

De aan een heffing gerelateerde kosten bestaan uit directe en indirecte kosten. De directe kosten kunnen op meerdere taakvelden/programma's voorkomen. De directe kosten betreffen o.a.:

  • onderhoudslasten
  • personeelslasten
  • lasten van specifieke software
  • kapitaallasten investeringen (rente en afschrijving)
  • het "sparen" door middel van een dotatie aan een voorziening voor toekomstige onderhoudslasten (riolering)
  • kosten van kwijtschelding (afvalstoffenbelasting en rioolheffing)

De indirecte kosten bestaan uit toegerekende overhead en de compensabele BTW.

*Meicirculaire gemeentefonds 2023, pagina 43